Korte en lange vetten

Verschillende vetzuren hebben verschillende lengtes. Vetten zijn dus ook in te delen in lengte.

Korte keten vetten
Korte keten vetten hebben 4 tot 6 koolstofdeeltjes. Deze vetten zijn altijd verzadigd. Boterzuur (4 deeltjes) zit vooral in botervet van koemelk. Capric-zuur (6 deeltjes) komt vooral voor in botervet van geitenmelk. Deze vetten hebben een beschermende werking tegen virussen, gisten en verkeerde bacteriën. Ze hebben geen galzuur nodig om verteerd te worden. Daarom geven ze snel energie en is de kans klein dat je erg dik van wordt.

Middellange keten vetten
Middellange keten vetten hebben 8 tot 12 koolstofdeeltjes en zitten vooral in botervet en tropische vetten, zoals kokosolie. Ze zijn ook anti-virus, anti-gisten en anti verkeerde bacteriën en worden direct opgenomen voor snelle energie. Ze dragen bij aan een gezond immuunsysteem.

Lange keten vetten
Lange keten vetten zijn 14 tot 18 koolstofdeeltjes lang. Ze kunnen verzadigd, onverzadigd en meervoudig onverzadigd zijn. Oleïne, waar olijfolie voor het grootste deel uit bestaat, is bijvoorbeeld 18 deeltjes lang.

Zeer lange keten vetten
Zeer lange keten vetten zijn 20-24 deeltjes lang. Ze zijn vaak erg onverzadigd. de meest van deze meervoudig onverzadigde vetten halen we uit orgaanvlees, eigeel, boter en visolie.

Tidak ada komentar:

Posting Komentar